U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gewos"
Resultaten 1 - 4 van 4
- beroerd: Het gewos stiet er beroerd veur (Hoogeveen)
- gewos: Hij had een mal gewos an het heufd (Vledder)
- ontierig: Dat gewos stiet er niet best bij; het is wat ontierig (Emmen)
- vergangen: Het gewos is dit jaor bèter as vergangen jaor (Hoogeveen)