U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gezang"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gezang: Wat hew een mooi gezang bij hoes
- gezang: Die was al vro in het gezang (Dwingelo)
- gezang: Die hebt het mooi in het gezang (Mantinge)
- gezang: Het gung er tekeer op die bruloft, het gezang was niet van de löcht (Odoorn)
- kerkboek: Ien een kaarkeboekien hef elk gezang een nummer (Wapserveen)