U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gezanik"
Resultaten 1 - 3 van 3
- gedurig: Dat gedurig gezanik begunt mij te vervelen (Ruinerwold)
- gezanik: Dat gezanik mot man ies oflopen wezen; ze begunt aal van achtern of an (Barger Oosterveld)
- strot: Det eeuwige gezanik aover zien bochel kwam hum de strotte uut (Ruinerwold)