U zocht voorbeeldzinnen met daarin "giebe"
Resultaten 1 - 4 van 4
- batterink: De kiender speulden vroger vake mit een batterink of mit een giebe (Ruinen)
- giebe I: Een giebe was van een gaornklossien; dan sneei wij het klossien middendeur en dan een stokkien deur (Ruinerwold)
- giebe I: Ik wil ok een echte tolle in plaats van een giebe (Broekhuizen)
- giebe I: Een giebe is ook een dartel iemand, een beetien van de hak op de tak, een wupstrik (Havelte)