U zocht voorbeeldzinnen met daarin "glöp"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gloepen: Hij glöp tussen de gerdienen deur (Hoogeveen)
- gloepen: Hie glöp under de pet vort (Sleen)
- glop II: Maak ie det glöp in de hege dichte? De jongen, die kroept er deur (Hoogeveen)
- gulp: glöp.
- lubbe II: glöp