U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gloeps"
Resultaten 1 - 6 van 6
- gloeps: Wie wolden hum even gloeps betrekken, man het was nich neudig
- gloeps: Hie keek even zo gloeps opzied (Sleen)
- gloeps: Zunder gerdienen veur de glazen zitten je wel wat gloeps (Eelde)
- gloeps: ter gloeps
- gloeps: Zo'n warkie, dat giet er ter gloeps tussendeur (Pesse)
- tergloeps: gloeps