U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gofferd"
Resultaten 1 - 12 van 12
- gofferd: Muj ies kieken, daor hef mij die gofferd mit zien strontklompen de hiele pompenstraote der onder ekl (Ruinerwold)
- gofferd: Die gofferd kuj der niet bij hebben, die kan zien fetsoen niet holden (Broekhuizen)
- gofferd: Wat een gofferd um dat zo maar te zeggen, waor dan mèense bij zit (Meppel)
- gofferd: Die vrouw meende dat ze alles doon en zeggen kun, dat was een gofferd, heur (Hijken)
- gofferd: R. hef een grote gofferd van een ko verkocht (Hijken)
- gofferd: Wat een dikke gofferd van een peerd, ...koe (Zuidwolde)
- gofferd: Die hef een dikke gofferd veur de kop (Drouwen)
- gokkel: gofferd
- knosterd: Wat een knosterd, ...gofferd van een kerel
- moel II: Wat een grote gofferd van een hond en moej die moel ies zien (Hijken)
- oftroeven: Der wadden tweei getugen, die zeein hebt dat dat kerelie oftroefd wur deur die grote gofferd (Eext)
- pofferd III: gofferd