U zocht voorbeeldzinnen met daarin "golven"
Resultaten 1 - 6 van 6
- boeg: De golven sleugen tegen de boeg (Beilen)
- eulie: Hij gooide wat eulie op de golven
- golf I: De golven sleugen over het schip (Emmen)
- golf I: As het hard weeit, hej grote golven (Ruinerwold)
- golven: Rogge kan zo mooi golven (Roswinkel)
- golven: Aj over drassig laand luipen, kun het zo veur je an golven (Eexterveen)