U zocht voorbeeldzinnen met daarin "gracht"
Resultaten 1 - 5 van 5
- gracht: was vrouger ein gracht (Barger Oosterveld)
- gracht: Um het kesteel op de Klink zat een gracht (Sleen)
- gracht: 's Winters scheuvelt ze vaak op de gracht in Coevern (Padhuis)
- gracht: Um dit grote hoes lig een deeipe gracht (Eext)
- gracht: De gracht om het kerkhof tou zit vol rommel (Valthermond)