U zocht voorbeeldzinnen met daarin "grens"
Resultaten 1 - 9 van 9
- commies: Hij hef vrogger an de grens elegen as commies (Meppel)
- grens: Dat was de uterste grens (Roswinkel)
- grens: grens an
- grens: Argens is een grens (Oosterhesselen)
- grens: 'n grens hebben an een
- pas II: Bij de grens kwam e der achter dat e zien pas vergeten was (Emmen)
- slagboom: An de grens staot slagbomen (Ekehaar)
- smokkelder: De smokkelaor gung de grens over (Roderwolde)
- smokkeln: Bij de grens wordt van alles smokkeld (Oosterhesselen)