U zocht voorbeeldzinnen met daarin "griepstuver"
Resultaten 1 - 5 van 5
- brandkast: Hij is boer, hij is kastelein en hij hef een braandkaste, daor e ook nog een aordige griepstuver mit (Ruinen)
- griepstuver: Dei griepstuver lat zuch veur een dubbeltie een gat deur de ribben boren (Barger Compascuum)
- griepstuver: Hai mout huil wat doun veur een griepstuver
- griepstuver: Hie hef der een mooie griepstuver an verdiend (Sleen)
- griepstuver: Die hebt vast nog wal een mooie griepstuver in het beddestro