U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hageln"
Resultaten 1 - 3 van 3
- kieken: Het begun mij te hageln van kom-is- kieken (Exlo)
- krom: As 't hageln geet, staot de koenen met de kromme hoed in het laand (Hijken)
- spattern: Het kan wal hageln, het spattert tegen het glas an (Sleen)