U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hakkenkruk"
Resultaten 1 - 7 van 7
- habbekrukke: hakkenkruk
- hakkenkruk: Dat is een hakkenkruk in zien wark (Nieuw Dordrecht)
- hakkenkruk: Een hakkenkruk is eein, die alles wel dooun wil, mor nargens slag van hef (Eext)
- hakkenkruk: Aj mij ziet lopen, bin ik ok een hakkenkruk
- hakkenkruk: Wat een hakkenkruk, hij leert het scheuvellopen nooit (Broekhuizen)
- hakkenkruk: Een hakkenkruk is ene, die vaak wat mekeert (Hijken)
- krukhak: hakkenkruk