U zocht voorbeeldzinnen met daarin "halfien"
Resultaten 1 - 3 van 3
- haandtienbakken: Ik gung naor de mark/Ik kocht een koe/Halfien toe/Stukken van de lever/Stukkien van de longe/Dat is (Erica)
- half I: dehalf, halfien
- halfien: Wij kochten veur een halve cent doemdrup en veur het aandere halfien een stuk vèterdrup (Meppel)