U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hamel"
Resultaten 1 - 8 van 8
- hamel I: Vrogger leup een grote hamel mit een bel um de nak veuran de kudde (Coevorden)
- hamel II: Het ligt er hamel bij (Nieuw Amsterdam)
- hamel II: IJ kiekt lang zo hamel niet meer oet aj daon hebt (Sleen)
- hamer II: De hamel is nog niet van het peerd (Wijster)
- hamer II: De hamel wuur vroger hoog in de boom hangen, dan stak het vul de kop later hoog op (Padhuis)
- schabbegien: Een hiel hamel koegien is een schabbegien
- voel I: De hamel mus hoog in de boom, maor de voelen kwamen op de mestbult (Padhuis)
- weer III: hamel II