U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hangiezer"
Resultaten 1 - 10 van 10
- hangiezer: IJ moet dèn pot pakken, want die past beter in het hangiezer (Stieltjeskanaal)
- hangiezer: Het hangiezer kwaamp an de ketten of haol te hangen en daor zetten ze dan de pannen op (Hoogeveen)
- hangiezer: Een hangiezer
- hangiezer: Dat is een hiet hangiezer, daor wilt ze niet teveul van zeggen
- hangiezer: Dat wordt een zwaor hangiezer
- hangiezer: Het is hangiezer
- opschallen: Het hangiezer mut een beetien hoger opschald worden
- panhaol: hangiezer
- pankoekspan: Het hangiezer kwaamp an de haol en daor zetten ze dan de pannekoekspanne op (Hoogeveen)
- tillen: Hang mij de pot even an het hangiezer; ik kan hum zölf niet tillen (Hijken)