U zocht voorbeeldzinnen met daarin "haosten"
Resultaten 1 - 3 van 3
- etentaofel: Ik mus mai haosten om op tied bai etentaofel te kommen (Peize)
- haosten: Wij hoeft oens niks te haosten, wij kunt het vandage best doen (Kerkenveld)
- haosten: Je moet je wal haosten, aans koj te laat bij de bus (Borger)