U zocht voorbeeldzinnen met daarin "harbarg"
Resultaten 1 - 4 van 4
- boerenschuur: Van een harbarg kuj gien boerenschure maken
- harbarg: Wij gungen eerder van het paosvuur naor de harbarg (Oosterhesselen)
- harbarg: *Ie kunt van een harbarg gien boerenschure maken
- wasschupsvolk: Bij trouwerij gung het wasschupsvolk vroeger oet het gemientehoes aaltied even in de harbarg