U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hardop"
Resultaten 1 - 8 van 8
- hardop: Hij pruut hardop in zukzölf (Klazienaveen)
- hardop: Hij dreumt hardop (Zeyen)
- hardop: Dat duur ik wal hardop zeggen
- hardop: 't Sneit hardop (Sleen)
- hardop: Hij kan hardop liegen (Hoogeveen)
- hardop: Wij moet even hardop lopen, aans kow niet op tied
- leesles: In de leesles mussen de kinder vaak hardop lezen (Barger Oosterveld)
- mauwen: Wat zit ie toch te mauwen, praot maor hardop (Zuidwolde)