U zocht voorbeeldzinnen met daarin "harnas"
Resultaten 1 - 11 van 11
- harnas: Het is net of ik in het harnas zit
- harnas: Hij is veur hum in het harnas sprungen
- harnas: Zij zit goud in het harnas
- harnas: Hij hef maonden ien een harnas elopen
- harnas: Die vent die zit wel zo in het harnas
- harnas: Zie zit geregeld met mekaor in het harnas
- harnas: Zolang zie naost mekaor woont, hebt ze het al met mekaor in het harnas (Borger)
- harnas: Deur dit te zeggen hebt ze een hielboel meinsen tegen heur in het harnas ejagd (Broekhuizen)
- harnas: De olde baos is nog in het harnas estörven
- schikking: Ze hebt het lang met mekaar in het harnas had, mor ze bint toch tot een schikking kommen (Nieuw Dordrecht)
- wringen: Dat dik mèensk vringt zuk ok weer in het harnas