U zocht voorbeeldzinnen met daarin "haspeltak"
Resultaten 1 - 3 van 3
- haspeltak: Het ol mens zat daor met de haspeltak (Vries)
- haspeltak: Van die haspeltak kun ie gien woord naovertellen
- haspeltak: * Haspeltak en snorrepiep/Dei gungen is over het veld/Haspeltak wol een zeupien kopen mor snorrepiep (Eext)