U zocht voorbeeldzinnen met daarin "haven"
Resultaten 1 - 3 van 3
- haven: Dat schip lag gistern nog in de haven (Barger Oosterveld)
- laadplaots: Bij de tram en de haven haj een laadplaots (Sleen)
- overslag I: Ien de haven stund een grote kraene veur overslag van granen (Uffelte)