U zocht voorbeeldzinnen met daarin "heideveld"
Resultaten 1 - 20 van 20
- beuzeln: Wat hebt ze der tegen beuzeld um het heideveld um te kriegen (Oosterhesselen)
- bredte: De jagers nammen het heideveld in ien keer in de volle bredte met (Padhuis)
- complex: 'n Complex heideveld (Hijken)
- folio: Doe het heideveld nog niet ontgunnen was, hadden de boeren heide veur de schaop in folio
- galpen: De wulpen galpten vroeger bie regenachtig weer in het heideveld (Zwinderen)
- heideveld: Hij is het heideveld overvleugen
- heideveld: Men nuumt het heideveld ook wel 'de broene klouwer' (Havelte)
- heuvelachtig: Het heideveld was aordig heuvelachtig (Vledder)
- lor II: As het heideveld op schup kwam, waren der aaltied lorries bij (Anloo)
- oetbaoken: As eerder een stuk heideveld spit weur en der zaten dellen in, dan was het niet good oetbaokend (Hijken)
- ofzudden: Nog even dat stuk heideveld ofzudden (Gasselte)
- ponning: Ook van heideveld mus ie ponning betalen (Pesse)
- rits II: Vroeger in het heideveld waren de scheidings angeven deur een rits (Ekehaar)
- rits II: Bij de markeverdieling meuk men ritsen deur het toen nog onverdeelde heideveld (Buinen)
- schinnig: Det is schinderige grond, worde zegd as der veul loodzaand op zat bij ontginning van heideveld (Pesse)
- slag II: Dat is een mooi slag heideveld (Wapse)
- stoomploeg: Met de stoomploeg wuur het heideveld scheurd (Sleen)
- togen: Vuurtien togen deden wij as kiender vake in het heideveld
- twiescherig: Wij hebt het heideveld twiescherig ploegd (Zweelo)
- zekpol: Zekpollen, die gruit veul op het heideveld (Anderen)