U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hen"
Uw zoekopdracht leverde meer dan 500 resultaten op, specificeer uw zoekopdracht.
Resultaten 1 - 20 van 500
- aanderhalf: Aintaands eggen is an mekaor langes, anderhaalftaand is haalf over het veurige hen en dubbeltaand is (Eexterveen)
- aap: Zij löp aal mit heur tassie hen en weer, daor zel de aobe wel in zitten (Valthermond)
- achterkamer: Ie kunt van de achterkaemer zo hen de dele (Wapserveen)
- achtern I: Ik moe neug even hen 't achtern (Zwiggelte)
- achteroetkrabben: Dei gaot het net as een hen, dei krabt ok aachteroet (Vries)
- achterummekiekertien: Hen Stapper
- aker: Wij namen eerder een aker met soepenbrij met hen het wark (Zwinderen)
- akkebakke: *Akkebakke stoeltien, oons wiechie giet hen schoeltie (Schoonoord)
- akster: Het bint net aksters; woor het goed is, daor trekt ze hen (Borger)
- alhoewal: Alhoewal e der niks te doen hef, giet e 's maandags toch hen Coevern (Coevorden)
- allerdeegs: Hij is allerdeegs nog lopend hen stad west (Westervelde)
- alman: Ze gaot mit alleman hen boerwarken (Ruinen)
- almaol: Vanaovend gaot wij ammaol, ..almaol hen 't feest (Eext)
- alsgeval: In alsgeval gao ik hen hoes
- ambachtsschoel: Die timmerman hef nog met mij hen de ambachtsschoel gaon (Sleen)
- andacht: As wij hen de kerk gaot wenst wij mekaar een goeie andacht (Odoorn)
- angeven: Ik moet even hen het gemientehoes um het kind an te geven (Oosterhesselen)
- angeven: hen angeven
- angriepen: Ik heb zo de fiets angrepen en doe bin ik hen de slachter jaagd
- anhalen: Ik wil niet hebben daj hen Geert gaot. Dat kind lig zeek op berre, ie wit nooit waj je daor met anha (Hijken)