U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hetsig"
Resultaten 1 - 9 van 9
- hetsig: Dei is overal zo hetsig op, man hij warkt nooit niks of (Barger Compascuum)
- hetsig: Hij is nogal hetsig op een koopien (Ruinerwold)
- hetsig: Het is zo'n hetsig kereltien, hie zit der drekt van boven op (Sleen)
- hetsig: Hij is zo hetsig, dat ie kunt hum wel een ei in het gat laoten kaoken (Pesse)
- hetsig: Die meid is aordig hetsig, der zal der wel gauw iene mit op de koffie komen (Ruinerwold)
- hetsig: Wat is die ja hetsig in heur zömmerjurkie, zo heeit is het aans nog nie, ik heb nog een trui an (Eext)
- hetsig: Wat bi'j toch hetsig
- hetsig: Hie was zo hetsig, hie wol de boel wal oettrekken
- hetsig: Het is hetsig weer (Roderwolde)