U zocht voorbeeldzinnen met daarin "heufd"
Resultaten 1 - 20 van 95
- barst: Hij hef aordig barst op het heufd (Dwingelo)
- botter I: Wie botter op het heufd hef, mut niet in de zunne gaon staon (Ruinerwold)
- breken: Ik brèke mij het heufd aover die rare woorden (Koekange)
- dauwwörm: Een kiend dat dauwworm hef, wordt niet met waeter ewassen op het heufd (Wapserveen)
- dauwwörm: De kiender hebt dauwworm op het heufd (Dwingelo)
- deinzen: Het deinst hum in het heufd (Smilde)
- diedeln: Schei toch uut te diedeln, ie wordt er raar van ien het heufd (Ruinen)
- doest I: Dat kiend hef allemaole doeste op het heufd (Smilde)
- dwiel: Aj lange in de mallemeul zit, woj dwiel in het heufd (Wapse)
- gewos: Hij had een mal gewos an het heufd (Vledder)
- gruien: De jongen greuit mij boven het heufd (Dwingelo)
- hard: Hij hef er een hard heufd in
- helder: Ie magt der wel iene nemen, aj het heufd der maor helder bij holdt
- helder: Een helder heufd is hiel wat weerd
- helder: heufd (Hoogeveen)
- heufd: Het heufd in de schoot leggen (Dwingelo)
- heufd: Zij hebt hum lillijk veur het heufd estoten (Hoogeveen)
- heufd: Der hung hum nog hiel wat boven het heufd (Wapserveen)
- heufd: Mit het heufd tegen de mure lopen (Dwingelo)
- heufd: Een heufd as een almenak hebben