U zocht voorbeeldzinnen met daarin "heufdzeerte"
Resultaten 1 - 4 van 4
- heufdzeerte: Schei nou mar ies uut, ik krieg der heufdzeerte van (Ruinerwold)
- lavendel: Aj heufdzeerte hebt, mij een doekien nemen en daor wat lavendel op doen, dan is het zo weer aover (Meppel)
- minder: De heufdzeerte was wat minder (Fluitenberg)
- overbetern: Ik heb heufdzeerte, maor het zal wel weer overbetern (Zuidwolde)