U zocht voorbeeldzinnen met daarin "heuilaan"
Resultaten 1 - 4 van 4
- anharker: As het mooi gunk mit heuilaan, dan kun de anharker goed anheuien (Ruinerwold)
- heuilaan: Zie waren in de Broeken an het heuilaan (Sleen)
- laadster: Een laadster bij het heuilaan (Zuidwolde)
- preek: Heuilaan is allemans wark niet. Binnen de ledders is niks; ie zörgt maar dat de wagen mit de ledder