U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoefblad"
Resultaten 1 - 9 van 9
- hoefblad: Een hoefblad hef een geweldige wortel. Aj het ienmaol hebt, woj het niet zo mor weer kwiet (Sleen)
- hoefblad: Der is klein hoefblad en groot hoefblad (Hoogeveen)
- hoefblad: Dat klein hoefblad stiet hier nog genog (Padhuis)
- hoefblad: As een kruusspinne prebeert een padde te vergiftigen, begunt de pad hoefblad te vreten, en dan giet (Klazienaveen)
- hoefblad: De bladties van 't hoefblad gebroekten wij vroeger veur zwerende wonden (Hijken)
- kruusspin: As een kruusspinne prebeert een padde te vergiftigen, begint de pad hoefblad te vreten en dan giet h (Klazienaveen)
- liemwalle: Hoefblad mag geern gruien tegen een liemwalle an (Zuidwolde)
- padde I: As een kruusspinne een padde prebeert te vergiftigen, begunt de padde hoefblad te vreten en dan giet (Klazienaveen)
- stief: Het stiet stief vol hoefblad (Oosterhesselen)