U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoel"
Resultaten 1 - 6 van 6
- bijtieden: Bijtieden kuw de hoel heuren. Het lig an de wind, hou of die is (Eext)
- galpen: As de hond de hoel van de fabriek heurde, deed e niks as galpen (Borger)
- hoel: De hoel giet, 't is 12 uur (Sleen)
- hoel: De hoel döt 't niet meer, 't febriek is dicht (Eext)
- hoel: Hej de hoel aal heurd? (Roderwolde)
- soesderd: Een soezer is een schief met gaoten of ok wel taanden an de raand met een touwgie der deur. Die hoel (Kloosterveen)