U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoelang"
Resultaten 1 - 3 van 3
- liflappen: Hoelang zit ij daor al te liplappen; ij moet opschieten met eten (Zweelo)
- naosnukken: Het kind was zo overstuur dat het nog hoelang naosnukte (Borger)
- touw: Ik heb het pèerd al hoelang in touw had; schiet non mor ies een beetien op