U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hompeln"
Resultaten 1 - 3 van 3
- hompeln: Hej hum zien hompeln, hij kun de bienen wel broken hebben (Klazienaveen)
- hompeln: Hompeln of springen meugden ij, aj nog drei knopen hadden (Oosterhesselen)
- hompeln: Ik heb een meul, non kan ik hompeln (Stieltjeskanaal)