U zocht voorbeeldzinnen met daarin "hoos"
Resultaten 1 - 7 van 7
- hoos I: As wai vrouger 't in de haals harren, kreeg wai 's nachts de linker hoos om de haals (Peize)
- hoos I: Hij kreeg de hoos op de kop
- hoos I: Hij het nog aal is een gat in de hoos
- kous: hoos
- ledder: Hie hef een ledder in de hoos (Sleen)
- meethoze: As de vrouw een hoos brait, het ze vaok een meethoos er bai (Peize)
- rittel: Ik heb een riddel in de hoos (Balloo)