U zocht voorbeeldzinnen met daarin "horre"
Resultaten 1 - 3 van 3
- hor II: Horre, horre, horre/Wat bint de wichter dor/'s Aovends loopt ze langs de wegen/'s Mörgens kunt ze d (Coevorden)
- horre II: Ik ben zo stief as een horre (Westervelde)
- rek III: Een horre is een rekke mit hiel