U zocht voorbeeldzinnen met daarin "houwen"
Resultaten 1 - 20 van 36
- blauwkop: Blauwkoppies weurden vaak gebroekt veur in de klompenbaandties te houwen (Hijken)
- blinddoek: Blinddoek houwen
- brandholt: Ik moe nog wat brandholties houwen (Sleen)
- gat: ...houwen
- gebrek: Paartie begunt bij gebrek an woorden te houwen (Eext)
- haand: Haanden houwen, ...kloppen
- hanepoot: Eerder gungen wij wal hen hanepoten houwen
- hangpaol: an ketten en zit ok vaast an de peerdekrup um het houwen tegen te gaon (Eext)
- houwen: Aj dooie vingers hebt, muj goed mit de handen um de scholders houwen (Noordscheschut)
- houwen: Zie hebt an 't houwen west
- houwen: Die vent is ok niet bij de heerd weg te houwen
- houwen: As iene bij 't scheuveln 't ofzetbien teveule achteruutslat, dan nume wij dat ook houwen (Hoogeveen)
- houwen: Eein bont en blauw houwen (Eext)
- houwen: Eerder muj de koouflaten met de vurk overal houwen
- houwen: Wij wilt nog holt houwen (Padhuis)
- houwen: De takken der of houwen (Hoogeveen)
- houwen: Wie mouten mörgen dai eerappels der even ien houwen (Valthermond)
- kiel I: Daor moet wij even een kiel tussen houwen (Klazienaveen)
- klophamer: Ik wol paolen in de grond houwen, mar kun de klophamer nich vinden (Barger Oosterveld)
- knien: houwen