U zocht voorbeeldzinnen met daarin "iekenboom"
Resultaten 1 - 6 van 6
- gal: Wat zit daor een gallen an die iekenboom (Steenbergen)
- hörp: Kom mar niet zo kort bij die iekenboom, want daor zit een nust met heurinks in (Koekange)
- iek: iekenboom
- lindenboom: Een doef nusselt niet in een iekenboom, wal in een lindenboom; een lindenboom brengt geluk (Sleen)
- oetwas: Een geloksholtien was een uutwos an een iekenboom (Koekange)
- zachies: Een iekenboom gruit zachies (Wapserveen)