U zocht voorbeeldzinnen met daarin "inbreng"
Resultaten 1 - 6 van 6
- inbreng: Van eigen inbreng kwam niet veul terecht (Anloo)
- inbreng: Harm had een goeie inbreng op de vergadering (Weerdinge)
- inbreng: Klaos hef thuus ok gien grote inbreng
- inbreng: As er een trouwen gung, zee men wel is: die hef ok niet veul inbreng
- inbreng: Het was mor een kleine boeldag; jao, mor der was ok 'n boel inbreng bij (Sleen)
- tilberopslag: Daor was een bool inbreng op det tilberopslag (Ruinen)