U zocht voorbeeldzinnen met daarin "inhold"
Resultaten 1 - 16 van 16
- eerdebult: De eerbult was zwarte grond, vermengd met de inhold van het hoesie en daorbij blaoder, as. Het was e (Eext)
- inhold: Hoe groot is de inhold van je melktank? (Schoonebeek)
- inhold: De inhold van de borrel is tegenwoordig geweldig klein (Hijken)
- inhold: De inhold van dat bouk is woor gebeurd (Emmer Compascuum)
- inhold: Hai haar nog ain mooie flesse met inhold aachter de haand (Valthermond)
- inhold: De inhold was bedörven (Roderwolde)
- inhold: Die man hef weinig inhold
- inhold: Die preek daor zat echt gien inhold in (Padhuis)
- inhold: Den man revelt as een advokaat, maar het hef niks geen inhold
- inhold: Die man, die sprek zunder inhold (Dwingelo)
- inhold: Die man is zwak van inhold (Sleen)
- inhold: Jaan hef niks gien inhold, hie hef vaok wat (Eext)
- inhold: Ene die belooft um van de draank of te blieven en dat niet kan, is zwak van inhold (Hijken)
- stobbe II: Een stobbe was een bult mit een deursnee van ong. 2½ m en een inhold van 9600 baggelties. Een dreiv (Barger Compascuum)
- sukelao: De inhold van die deus sukkelaogies is mij slim tegenvallen (Gasselte)
- umproten: Die man is zwak van inhold, hij lat zuk zomaor umpraoten (Beilen)