U zocht voorbeeldzinnen met daarin "inmenning"
Resultaten 1 - 8 van 8
- inmenning: Bij Harm en Geesien hebt ze de inmenning op zied van het hoes (Eext)
- inmenning: De inmenning is wal wat krap, ij kunden de drèei krapan kriegen (Stieltjeskanaal)
- inmenning: Aj de vakken vol harren, dan mus de rest mar in de inmenning staon (Ruinerwold)
- inmenning: De inmenning was verhard met kinderkoppies, aans weur het zo'n modderpool in de haarfst (Hijken)
- inmenning: Zie mussen de hekpaol verzetten, de inmenning was te smal (Borger)
- inmenning: Zie hebt met 'n bèeiden ien inmenning (Sleen)
- kinderkoppien: De inmenning was verhard met kinderkoppies (Hijken)
- ruumte: De roemte achter de baander nuumden ze inmenning (Hoogeveen)