U zocht voorbeeldzinnen met daarin "insteken"
Resultaten 1 - 5 van 5
- achtersteek: Neien met een aachtersteek is wieder naor aachtern weer insteken (Anderen)
- deurhalen: Draod insteken, dan terug naor de veurige steek, daor weer deurhalen enz. (Padhuis)
- insteken: Erpel insteken, ...instikken
- meur: Dat holt is meur, ij kunt er zo met een spieker insteken (Emmen)
- nebbe: Ie mut die nebbe van oe niet overal insteken (Geesbrug)