U zocht voorbeeldzinnen met daarin "instrieken"
Resultaten 1 - 8 van 8
- glad: Glad vuur lat zuch makkelijk instrieken (Smilde)
- inrakeln: instrieken
- instrieken: Aj op ber gaot, moej het vuur instrieken (Eext)
- instrieken: As wij vrogger 's aovends hen bedde gungen, gung mien vaoder het vuur instrieken. Hie legde dan op h (Weerdinge)
- oprakeln: Het vuur instrieken en dan aanderdaags 's mörgens weer oprakeln (Weerdinge)
- rakeln: instrieken,
- strieken: Ie meut hum nich tegen de haoren instrieken
- vleug: Tegen de vleug instrieken (Roderwolde)