U zocht voorbeeldzinnen met daarin "jachtgeweer"
Resultaten 1 - 10 van 10
- gaanzeroer: Wij streupten vrogger ook nog wel ies. Dan hadden wij een gaanzeroer, een jachtgeweer mit iene loop (Havelte)
- jachtgeweer: Hij mag een jachtgeweer holden
- jachtgeweer: Een goed jachtgeweer is nogal priezig (Beilen)
- jachtgeweer: Een jachtgeweer of een dubbelloops jachtgeweer
- kolf: Een jachtgeweer mit lösse kolf (Hoogeveen)
- loper: Bij groot wild moej lopers in het jachtgeweer hebben (Diever)
- naozetten: Hij kwam mie naozetten mit een jachtgeweer (Barger Oosterveld)
- ofbranden: Dat olle jachtgeweer brandt ok mooi of (Klazienaveen)
- roer II: Wij weet dat een roer een old jachtgeweer is mit een lange loop (Broekhuizen)
- twieloops: Hai het een twailoops, ...dubbelloops jachtgeweer (Zuidlaren)