U zocht voorbeeldzinnen met daarin "köster"
Resultaten 1 - 3 van 3
- ekkelbieter: köster (Schoonebeek)
- köster: As wij as kinder hen ekkelbieters zuken gungen, wussen wij precies wat een köster of een domnee of (Oosterhesselen)
- stoken: De köster mus vrogger de kachel staoken (Hollandscheveld)