U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kabaal"
Resultaten 1 - 4 van 4
- flauw: Het was binnen een kabaal van jewelste, mor eenmaol boeten heurde ie alles nog mor heel flauw (Hijken)
- hels: Het was een hels kabaal (Coevorden)
- kabaal: Maak niet zoe'n kabaal, wat zult de buren wel deinken (Broekhuizen)
- kabaal: Wat een hels kabaal daor weer in hoes (Padhuis)