U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kaffer"
Resultaten 1 - 4 van 4
- kaffer: Die kaffer van een kerel, ik mag der niet naor lustern (Sleen)
- kaffer: Non hef die stomme kaffer mij verkeerd voor metdaon, ie moet ok overal op de neus bij staon (Hijken)
- kaffer: hest hom ok weer, dai kaffer (Valthermond)
- kaffer: Dat is een kaffer van een hond (Barger Oosterveld)