U zocht voorbeeldzinnen met daarin "karbies"
Resultaten 1 - 5 van 5
- mat I: Ze hadden eerst een biezen matte en later een karbies um bosschoppen te doen (Hoogeveen)
- matzakken: Een matzakken karbies (Uffelte)
- puilen II: Met een vol karbies lopen te puilen (Rolde)
- verfosseln: Hij har de boezeroen mooi verfosseld in het karbies (Westerbork)
- zeulen: Hij leup door mit zien karbies te zeulen (Barger Oosterveld)