U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kepot"
Resultaten 1 - 20 van 150
- achterbaand: Met dat glas op de weg is hum de achterband kepot gaon (Emmen)
- anjager: Wij kunt niet uutrukken, want de anjager van de spuite is kepot (Beilen)
- anroppen: Het pèerd ropte nog een maol an en de strengen waren kepot (Oosterhesselen)
- armoede: Oonze Jentien hadde de fietse kepot, de fietsemaker hef hum weer klaor maakt, kostte mar drei gulden
- barst: Die boom is in die strenge winter kepot vroren, der zit een baarst in, door kuj zo'n haand in steken (Anderen)
- beleg: De knopsgaoten binnen kepot; er moet even wat beleg tegen (Roderwolde)
- binderdoek: Het binderkleid gung gauw kepot (Barger Compascuum)
- blok: As het holt kepot mot, doej het in blokkies (Sleen)
- boeskoolvlinte: Wie meut naor 't Oosterse veld een boeskoolvlinte halen, de aole is kepot (Barger Compascuum)
- bromvlieg: Ie mut oppassen met die bromvliegen. As die op het vleis komt, is het kepot (Geesbrug)
- bunerd: Die kerel kuj der niet bij hebben, dat is een bunerd, hij brek alles kepot (Coevorden)
- champagnepils: As wij de champagnepils ophadden, gooiden wij het flessien kepot en dan hadden wij weer een knikker (Sleen)
- deurgaon: IJ moet met die drank niet deurgaon, anders giet je gezin kepot (Exlo)
- dodde I: Dat raampien is kepot, stop der even een dodde stro in, dan is het tochten daon (Zweelo)
- doeloor: Die doenoor maakt mij alles kepot (Hijken)
- ei: Bij de geboorte van een kalf moej een ei kepot wrieven over de kruus van een koe, dan kwamen de band (Erm)
- fakseren: Die stok van die vörk moej niet te veul fakseren, hie geeit je kepot (Eext)
- fezant: Der kwam oons een fezante veur de auto, maor wij hadden de koplaampe wal kepot (Hijken)
- filippus: Hij hef de kousen niet kepot, nee heur, flipmoos
- flikken: Die broek is zo kepot, wij zölt 't hum ies even flikken um der weer wat fesoen an te kriegen (Koekange)