U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kerels"
Resultaten 1 - 20 van 43
- an II: Det bint gevaorlijke kerels, as het er op an komt (Broekhuizen)
- anheuisel: De kerels waren an het öppern en de vrouwlu harkten het anheuisel bij de öpper (Stieltjeskanaal)
- anholden: Een hoer is een wief, die het mit alles kerels anholdt
- bakkar: Daor har ie ook de kerels, die verkochte varkens in een grote bakkarre naor de slachters sleepten
- bespreken: Aleer mut er kerels ewest hebben, die de honden kunden besprèken
- bestuur: Zie hebt een paar klaore kerels in het bestuur zitten (Oosterhesselen)
- bloedarmoede: Vrouwlu hebt vaker last van bloudarmoude as kerels (Barger Oosterveld)
- borreln: Door zit dei kerels weer mit 'n kannerk te borreln (Barger Oosterveld)
- dampen: Die kerels zit hier te dampen, het is der blauw van de rook (Hijken)
- flarde: Dat is zu'n flaarde, die hef kinder van drie kerels (Balloo)
- geborrel: Dat geborrel van die kerels, daor komp ok gain gouds van (Emmer Compascuum)
- gezoep: Kerels, hol toch op met dat ge
- glèende: Glende kerels
- glunig: Spin-An zit in de rogge, witte wieven of gleunige kerels
- greppeln: De kerels waren an het greppeln (Emmer Erfscheidenveen)
- halfbreur: Dat is zien halfbreur, zegt ze ok as twie kerels aaid bij mekaar bint, veul met mekaar overlegt en m (Sleen)
- hekelplaank: Een hekelplaanke, hierachter stunden ien of twei kerels mit een bos vlas in de haanden en slugen dat (Havelte)
- heringkar: Der stonden een stel kerels veur de heringkar (Roderwolde)
- hoer: Ik bin bange dat ze de hoere uuthangt; ie zien vake kerels bij heur naor binnen gaon (Meppel)
- holvast II: Dat bint kerels van holvast