U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kern"
Resultaten 1 - 5 van 5
- kern: Sommige proemen kunnen een bittere kern in zitten (Peize)
- kern: Hie waas op de kern verrut (Balloo)
- kern: Daor zit een kern van waorheid in (Buinen)
- kern: Dat is de kern van de zaak (Sleen)
- vruchtvleis: Bij proemen zit het vruchtvleis rondomme de kern (Meppel)