U zocht voorbeeldzinnen met daarin "kerstboom"
Resultaten 1 - 4 van 4
- kerstboom: We moet de kerstboom nog optugen (Balloo)
- oftugen: De kerstboom mot mor ies weer oftuugd worden (Hooghalen)
- optugen: Ze hebt de kerstboom optuugd (Erica)
- spar: Aj een mooie kerstboom hebben wilt, moej een spar oetzuken (Zwiggelte)